De controle van absenten was een onderwerp dat ons als schoolleiding voortdurend bezighield. We waren eigenlijk steeds meer van mening dat het beter moest.
Mijn oudste herinnering is van toen ik muziekdocent was met de heer Algera als rector. Conciërge Beens kwam twee keer per dag langs om de absentiebriefjes op te halen met altijd dezelfde vraag: ‘Absenten, meneer?!’ Wat er met de geregistreerde absenten gebeurde, weet ik niet.
In de jaren zeventig hoefde meneer Beens niet meer de klassen rond. De docenten werden geacht zelf de briefjes in een bakje in de docentenkamer in te leveren. Velen deden dit plichtsgetrouw. Niet weinigen vergaten het regelmatig of vonden het van minder belang.
Ik meen mij te herinneren dat conrector Hans van der Burg aanvankelijk voor de verwerking zorgde. Later werd het een taak voor alle conrectoren met een eigen afdeling: Karl Rosman voor de klassen 1 en 2, Hans van der Burg voor vwo 3, 4, 5 en 6 en ondergetekende voor havo 3, 4, en 5. Ik herinner me dit als een onbevredigende taak omdat je bijna steeds het idee had dat je werk nooit af was. Je had waarachtig wel meer te doen. De kwaliteit van dit beleid laat zich raden. Niet een ieder vond dat erg, zeker leerlingen niet. Ik herinner me dat mijn zoon, die zijn vwo keurig in zes jaar afrondde, mij uitlegde dat het de kunst voor leerlingen was zelf te bepalen welke lessen ze wel en niet moesten volgen. Wegblijven was geen enkel probleem. Vervolgens was het, als je wel aanwezig was, van belang in de les goed op te letten en een goede relatie met de docent op te bouwen. Huiswerk maken zou dan nauwelijks nog nodig zijn.
Leerlingen, zeker de ouderen, stelden de controle meestal niet op prijs. Ik herinner mij nog een uiterst onaangename confrontatie met een oudere leerlinge. Ik weet haar naam nog. Ze was woedend. Waar ik me mee bemoeide! Ze was toch achttien! Wellicht had ze eigenlijk gelijk. Ook in deze tijd zijn we nog bezig over de vraag of de privacy, zeker van oudere leerlingen, niet voor gaat.
Ouders stelden een nauwgezette controle meestal wel op prijs. Ze waren over het algemeen blij, soms ook onaangenaam verrast, wanneer ze geïnformeerd werden over absenties van hun kinderen.
Een doodenkele keer liep het conflict over verzuim hoog (te hoog?) op. Ik herinner me een conflict met een gezin dat zelf (zonder aanvaardbare reden) de vakantietijden wenste te bepalen. Boetes van de leerplichtambtenaar betekenden slechts een geringe verhoging van het vakantiebudget. We hielden onze poot stijf. De ouders ook. Gevolg: de leerling moest een andere school zoeken. Ik heb de neiging, ook achteraf, de toenmalige schoolleiding gelijk te geven. Maar het blijft verdrietig dat het kennelijk zo moest.
Het was heel positief dat conciërge Sjoerd Greving later bereid bleek de absentenverwerking voor zijn rekening te nemen. Ik kon hem helpen met de ondersteuning door de computer hierbij. Wat heeft hij veel (nuttige) telefoontjes naar huis gepleegd! Of er veel gestraft werd, weet ik eigenlijk niet meer.
Ik ben in 2003 vertrokken als schoolleider. Hoe het nu gaat: ik weet het niet. Hoe gaat de registratie? Wordt er al gebruik gemaakt van software die de ouders automatisch informeert? Is er een leeftijdsgrens?
Heel soms word ik nog wel eens wakker uit mijn slaap: ‘Help, er liggen nog absentenbriefjes!’
Ik wens de huidige absentenverwerkers veel sterkte en wijsheid toe!
Ben Rekker
Eén van de taken van de conciërge is de absentenregistratie.
Toen de school nog niet zo groot was, ging je de klassen langs om te vragen of er absenten waren. Dit gebeurde vaak twee keer per dag, het eerste en het tweede uur. Deze absenten werden dan in een groot boek geregistreerd waar alle klassen, met namen in stonden. Zo was bekend wie er hoe vaak absent was.
Omdat de school ‘groter’ werd qua leerlingen, kwam er een omroepinstallatie in de school, deze was van de Nira. Deze omroepinstallatie werd gebruikt om bepaalde mededelingen te doen, maar zo kon ook ieder lokaal apart opgebeld worden, om te vragen naar absenten.
Op de administratie was een hoofdunit geplaatst, hier drukte men op het knopje wat correspondeerde met het lokaal van keuze, waarbij een signaal in het betreffende lokaal overging.
De leraar nam dan op en de bekende stem van de conciërge vroeg: absenten?
De klas werd dan ingekeken en de absenten werden dan doorgegeven, die uiteindelijk weer in het boek werden genoteerd.
Maar de tijd schrijdt voort en er zijn steeds nieuwe ontwikkelingen gaande. Zo ook in het onderwijs. In de jaren ‘80 doet de computer zijn intrede.
Dit bleek een nieuwe kans om de leerlingen in het computersysteem te zetten. Het hoefde niet allemaal meer op papier, maar het kon ingevoerd en opgeslagen worden, wat heel veel papier bespaarde.
En omdat de leerlingen nu in de computer stonden, konden de absenties hier ook ingevoerd worden.
Dit ging als volgt. De leraar kreeg een stapel briefjes mee waarop hij/zij de datum van de dag kon invullen en het lesuur en de afwezige leerlingen. Deze briefjes werden dan aan het eind van de dag op een centrale plaats gedeponeerd, waar de conciërge ze dan kon weghalen.
De briefjes werden dan gesorteerd op klas en cluster en als men meerdere malen absent was gemeld, was men waarschijnlijk een hele dag afwezig geweest. Ze werden dan voor een hele dag in de computer als absent gemeld.
Wanneer er de volgende dag dan geen briefje van thuis was ingeleverd, omtrent de absentie, dan werd er naar huis gebeld, waarom de leerling afwezig was geweest.
Ook gingen we dan wel de klas langs om aan de leerling te vragen wat de reden was en of hij/zij alsnog een brief van thuis mee wilde nemen om te verifiëren.
Dit leek een mooi systeem als er maar gewerkt werd zoals het behoorde. Helaas vergat de leraar nog wel eens zijn/ haar briefje in te vullen waardoor je geen zuiver beeld kreeg van de absentie van die dag.
Toch probeerden we om een zo zuiver mogelijk systeem te krijgen, wat afhing van de accuraatheid van de leraar.
Al met al werd hier veel tijd ingestoken en over het algemeen waren ouders positief zoals wij hier mee omgingen. Op deze manier kwam je er wel eens achter dat een leerling gespijbeld had, wat betekende dat hij/zij hiervoor een straf kreeg en dat het uur weer ingehaald moest worden.
De straf bestond meestal dat ze naar de conciërge werden gestuurd, die er niet altijd even blij mee was. Je moest ze aan het werk zetten en ook nog zorgen dat dat een beetje naar behoren gebeurde. Dit kostte de conciërge uiteindelijk extra tijd.
Sjoerd Greving
Deze website is altijd in ontwikkeling en nooit volledig. Kunt u dus meer vertellen over een foto of een fotoserie? Heeft u zelf beeldmateriaal beschikbaar dat u met ons wilt delen? Geef graag via onderstaand formulier uw informatie door!
Gaat het om één specifieke foto, omschrijf dan over welke foto het gaat. Vul ook uw contactgegevens in, zodat wij u kunnen benaderen bij aanvullende vragen. Alleen als u bij 'naamsvermelding' een vinkje zet voor toestemming, zullen wij eventueel uw naam vermelden in de presentatie.
Heeft u beeldmateriaal, laat dit dan bij 'toelichting' weten zodat wij contact met u op kunnen nemen.