Vereeniging voor Christelijk Middelbaar Onderwijs in de Veenkoloniën gevestigd te Stadskanaal
Vergadering gehouden den 3den Oct. 1918 te Stadskanaal bedoelende de oprichting eener Vereeniging voor Christelijk Middelbaar Onderwijs.
Art. 1
De Voorzitter van het voorloopig comité Ds. Heida van Stadskanaal opent met gebed en spreekt een kort woord. Volgens besluit der vorige vergadering biedt het comité thans de concept – Statuten aan Z.Eerw. . Stelt voor deze thans in behandeling te nemen.
Art. 2
Op voorstel der Heeren wordt het hoofd der Statuten gewijzigd en gelezen: Statuten der Vereeniging voor Middelbaar Onderwijs in de Veenkoloniën, gevestigd te Stadskanaal. Hierdoor vervalt art. 3 der concept – statuten.
Art. 1 wordt ongewijzigd aangenomen. Naar aanleiding van art. 2 ontspint zich een breede discussie. Dit artikel luidt: De Vereeniging staat voor het onderwijs in haar school te geven op den grondslag der waarheid in Gods Woord geopenbaard en in de Nederlandsche Geloofsbelijdenis nader uitgedrukt.
Om zijn gevoelens over de Sacramenten wordt geen Leeraar buitengesloten.
Een der Heeren wenscht de uitdrukking “: Ned. Geloofsbelijdenis” vervangen te zien door de:
“apostolische geloofsbelijdenis”. De Lutherschen die in de avondmaalsleer en de Baptisten die in de doopsleer met de Ned. Geloofsbelijdenis verschillen onder schrijven met alle godsdienstige richtingen de apostolische belijdenis. De clausule van dit art. zou dan geheel kunnen vervallen.
De toont aan, dat het noodig is, waarborgen te hebben dat het Middelbaar onderwijs christelijk genoemd kan worden. Het vasthouden van de Ned. Geloofsbelijdenis als grondslag van het onderwijs verschaft de zekerheid dat geen der Leeraren de evolutietheorie in plaats van de scheppingsleer zal onderwijzen, dat niemand kunnen medegaan met de nieuwe schriftcritiek en allen het gezag van de overheid handhaven. De apostolische geloofsbelijdenis geeft geen enkele waarborg. De clausule bedoelt tegemoet te komen aan hen die in de leer van de Sacramenten met de Ned. Geloofsbelijdenis verschillen.
Op een vraag verklaart de voorz. , dat door de uitdrukking van de clausule – geen leeraar wordt buitengesloten – elke leerkracht bedoeld wordt zowel directeur als leeraar.
Art. 2 der Statuten wordt aangenomen.
Art. 3
Nu de grondslag der Vereeniging is vastgesteld, vraagt de voorz. Of ieder der aanwezigen mag beschouwd worden lid te zijn der vereeniging. Allen treden toe.
Art. 4.
De artikelen 1 en 2 worden nogmaals gelezen en voor de geconstitueerde vereeniging aangenomen.
Op art. 3 wordt de aanmerking gemaakt dat het met het oog op de koninklijke goedkeuring noodig is een clausule in te lasschen en aldus te wijzigen
Leden der vereeniging zijn zij, die voor zoover zij zich daartoe bereid verklaren instemming betuigen met de statuten.
De voorzitter merkt op, dat de Statuten der Gron. Chr. H.B.S., die 19 April ‘17 zijn goedgekeurd, deze zinsnede niet hebben opgenomen. Hij zal echter een nader onderzoek instellen.
Een andere opmerking geldt het bedrag der jaarlijksche contributie. Men wenscht deze te verlagen en op f 2,50 te stellen. Besloten wordt art. 3 aldus te wijzigen. Leden er Vereeniging zijn zij, die instemming betuigen met hare Statuten een jaarlijksche contributie, bij huishoudelijk reglement vast te stellen of een som ineens van f 150,-- of meer in de kas der Vereeniging te storten.
De art. 4 – 11 worden ongewijzigd aangenomen.
De redaktie van art. 12 wordt aldus gewijzigd:
Bij ontbinding der Vereeniging beslist de Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging, welke bestemming aan de bezittingen der Vereeniging zal worden gegeven, met dien verstande, dat in de eerste plaats alle geldelijke verplichtingen moeten worden nagekomen, daarna zoo noodig en zoo mogelijk wachtgelden moeten verstrekt worden aan den afgetreden Directeur en de afgetreden leeraren.
Met algemeene stemmen worden thans de Statuten vastgesteld.
Zij luiden:
Statuten der Vereeniging voor Christelijk Middelbaar Onderwijs in de Veenkoloniën, gevestigd te Stadskanaal.
Art. 1
De vereeniging bedoelt de oprichting en instandhouding eener School voor Christelijk Middelbaar Onderwijs te Stadskanaal.
Art. 2
De Vereeniging staat voor het onderwijs in hare school te geven op den grondslag der waarheid door Gods Woord geopenbaard en in “De Nederlandsche geloofsbelijdenis” nader uitgedrukt. Om zijn gevoelens over de Sacramenten wordt geen Leeraar buitengesloten.
Art. 3.
Leden der vereeniging zijn zij, die instemming betuigen met hare Statuten en een jaarlijksche contributie, bij huishoudelijk reglement vast te stellen of een som ineens van f 100,-- of meer in de kas der Vereeniging storten
Het lidmaatschap houdt op: a door den dood, b door opzegging c door vervallen verklaring vanwege het Bestuur, behoudens beroep van den geroyeerde op de Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging.
Alle anderen, die door jaarlijksche geldelijke bijdragen de Vereeniging steunen, worden als begunstigde aangemerkt.
Art. 4
Het bestuur der Vereeniging bestaat uit 20 personen, die leden der Vereeniging moeten zijn.
Jaarlijks voor de eerste maal echter in 1920 treden vier hunner volgens rooster af, die terstond herkiesbaar zijn.
Het Bestuur benoemt uit zijn midden een Voorzitter, een Vice-Voorzitter, Secretaris, Vice-Secretaris en Penningmeester.
Aan het Bestuur is met name opgedragen:
a Het maken en wijzigen van een Huishoudelijk Reglement tot regeling zijner werkzaamheden.
b Het benoemen van een commissie van Toezicht en Advies in zaken van onderwijs.
c Het maken en wijzigen van een Instructie voor de commissie bedoeld sub b.
d Het maken en wijzigen van een Reglement voor de school, na ingewonnen advies van de commissie, bedoeld sub b.
e Het beheeren van alle eigendommen, fondsen en geldmiddelen der vereeniging, maar de in artikel b. bepaalde verantwoordelijkheid aan de Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging en met ieders persoonlijke aansprakelijkheid in geval van verlies door zijne nalatigheid of wanbeheer.
f Het benoemen, schorsen en ontslaan van den Directeur en de Leeraren en voorts van alle personen die onder eenigen titel voor de Vereeniging werkzaam zijn.
Het Bestuur mag echter aan niemand eenig onderwijs opdragen nog een daarvoor benoemde schorsen of ontstaan, zonder het advies der commissie bedoeld sub b daarover ingewonnen te hebben.
g Het maken en wijzigen eener instructie voor den Directeur en de Leraaren der school na ingewonnen advies van de commissie sub b.
h De zorg van alle stoffelijke belangen der Vereeniging.
Het bestuur vertegenwoordigt de Vereeniging in en buiten rechten.
Voor het aankoopen, vervreemden en bezwaren van onroerende goederen en het aangaan van geldleeningen heeft het Bestuur de machtiging noodig van de Algemene Vergadering der leden.
Art. 5
De Vereeniging trekt hare gelden uit schoolgelden, contributiën, schenkingen, Erfstellingen, Rijksbijdragen, legaten en andere middelen.
Zijn daaraan voorwaarden verbonden, die betrekking hebben op het beginsel, waarvan de Vereeniging uitgaat, dan mag zij deze inkomsten niet aanvaarden zonder toestemming der Algemeene Vergadering, bedoeld in art.6
Art. 6
Er wordt tenminste éénmaal ’s jaars en voorts zoo dikwijls het Bestuur der Vereeniging dit noodig acht of minstens 20 leden der vereeniging dit vragen eene algemeene vergadering van de leden der Vereeniging gehouden.
Tot hare bevoegdheid behoort:
a Het maken en wijzigen van een huishoudelijk reglement der Vereeniging.
b Het behandelen en voorstellen van een jaarlijks door het Bestuur in te brengen verslag, van den toestand der Vereeniging gedurend e het laatst verloopen jaar.
c Het benoemen van bestuursleden uit eene door het Bestuur opgemaakte aanbeveling van 2 personen voor iedere vacature, welke aanbeveling door de vergadering op voorstel vanéén of meer leden kan worden uitgebreid.
d Het toezien op het geldelijk beheer en het opnemen en sluiten van de jaarlijksche rekening en verantwoording van het Bestuur.
e Het beslissen van alle voorstellen tot verandering der Statuten en tot ontbinding der Vereeniging.
f Het behandelen van bestuursvoorstellen, minstens 14 dagen voor de vergadering schriftelijk bij het Bestuur door een of meer leden der Vereeniging ingediend.
Art. 7
Over personen wordt steeds schriftelijk gestemd. Bij alle stemmingen, behalve in het geval voorzien bij art. 11 beslist de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
Wanneer blijkt, dat dit bij herhaalde stemming niet kan verkregen worden, wordt bij benoemingen de oudste van twee, die gelijk aantal stemmen hadden, gekozen verklaard en wordt bij zaken van anderen aard een voorstel als verworpen beschouwd.
Art. 8
Ieder bestuurslid, lid van de commissie van Toezicht en Advies is verplicht tot handhaving van den in art. 2 gelegden grondslag voor het onderwijs mede te werken.
Voor den Directeur en voor ieder vastaangestelden Leeraar of Leerares wordt tot handhaving van dit uitgesproken beginsel een schriftelijke verklaring geëischt.
Art. 9
De in art. 4 en 6 genoemde Reglementen en Instructiën mogen niets bevatten dat in strijd is met de Statuten.
Art. 10
Deze Statuten kunnen niet anders gewijzigd worden dan op voorstel van het Bestuur of van minstens 20 leden der Vereeniging en met goedvinden van de bij oproeping met zoodanig voorstel bekend gemaakte Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging.
Intusschen mag zulk eene wijziging nimmer betrekking hebben op art. 2 en 8 en op de 2de alinea van art. 10, welke onveranderlijk zijn.
Art. 11
De Vereeniging kan niet ontbonden worden dan op voorstel van het Bestuur of van minstens 20 harer leden en met goedkeuring van minstens ¾ der uitgebrachte geldige stemmen in een tot behandeling van dit voorstel opzettelijk samengeroepen Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging.
Op deze vergadering moeten minstens ¾ van de leden der Vereenigint tegenwoordig zijn.
Zijn deze niet aanwezig, dan wordt binnen 30 dagen een tweede vergadering met hetzelfde doel bijeengeroepen, die alsdan naar het bepaalde in de eerste alinea van dit artikel kan beslissen.
Art. 12
Bij ontbinding der Vereeniging beslist de Algemeene Vergadering van de leden der Vereeniging, welke bestemming aan de bezittingen der Vereeniging zal worden gegeven, met dien verstande, dat in de eerste plaats alle geldelijke verplichtingen moeten worden nagekomen, daarna zoo noodig en zoo mogelijk wachtgelden verstrekt worden aan den afgetreden Directeur en de afgetreden Leeraren.
Art. 13
De Vereeniging wordt opgericht voor den tijd van 29 jaar en 11 maanden, welke gerekend wordt een aanvang te nemen 16 October 1918.
Art. 15
De vergadering keurt het voorstel van den Voorzitter goed om nog niet over te gaan tot bestuursverkiezing, maar het Comité te laten voortwerken om de noodige geldmiddelen te verzamelen.
Over de wijze van werken bestaat eenig verschil van gedachte. Sommige Heeren willen (de hoofdsom) het oprichtingskapitaal omslaan over de verschillende plaatsen, anderen willen door vrijwillige bijdragen zoveel mogelijk bijeenbrengen. Met groote meerderheid van stemmen wordt aangenomen dat de comitéleden met lijsten zullen werken om gelden te verzamelen. In de wijze van werken wordt hen volle vrijheid gelaten.
Art. 16
Door Ds. Strating wordt de vergadering met gebed gesloten.
Deze website is altijd in ontwikkeling en nooit volledig. Kunt u dus meer vertellen over een foto of een fotoserie? Heeft u zelf beeldmateriaal beschikbaar dat u met ons wilt delen? Geef graag via onderstaand formulier uw informatie door!
Gaat het om één specifieke foto, omschrijf dan over welke foto het gaat. Vul ook uw contactgegevens in, zodat wij u kunnen benaderen bij aanvullende vragen. Alleen als u bij 'naamsvermelding' een vinkje zet voor toestemming, zullen wij eventueel uw naam vermelden in de presentatie.
Heeft u beeldmateriaal, laat dit dan bij 'toelichting' weten zodat wij contact met u op kunnen nemen.