Toch fijn in Stadskanaal
k ben van lichting 61/4 (militaire dienstplicht). Wij werden in 1962 naar Nieuw Guinea uitgezonden. Toen ik in November 1963 terug kwam ben ik direct gaan solliciteren naar een baan als leraar Duits. Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Den Haag, Haarlem, Amsterdam nergens hadden ze op dat moment, de cursus was immers allang begonnen, een leraar Duits nodig. Tot iemand mij op een advertentie van de Christelijke HBS in Stadskanaal wees.
Stadskanaal? Waar ligt dat? Ik heb in eerste instantie niet gereageerd, maar allengs werd de nood groter en op de herhaalde oproep vanuit Stadskanaal voor een leraar Duits per 1 februari 1963 heb ik wel gereageerd.
De heer Algera (rector) met een van de bestuursleden ontving mij. Ik werd aangenomen. Later bleek dat ik de enige sollicitant was. De school en ik waren dus, zou je kunnen zeggen, tot elkaar veroordeeld.
Dit was het begin van een reusachtig fijne tijd aan wat nu is het Ubbo.
Ik studeerde nog voor mijn MOB diploma, dus kreeg ik van de heer Algera de 20 lesuren (meer uren mocht je als nog niet helemaal bevoegde leraar niet geven) mooi verdeeld over de ochtenden. Inclusief de zaterdagochtend. “Zorg jij maar dat je zo gauw mogelijk bevoegd bent, dat is in het belang van de school en van jezelf”, zei hij.
Het lesgeven heb ik altijd fijn gevonden. De leerlingen waren in die tijd gezeglijk (uitzonderingen daargelaten) en zij hebben mij het lesgeven niet moeilijk gemaakt.
De school was in die tijd natuurlijk veel kleiner dan tegenwoordig, waardoor het contact met zowel collega’s als leerlingen als het OOP anders was dan tegenwoordig. Wij als personeel werden bijvoorbeeld op de verjaardag van mevrouw Algera allemaal uitgenodigd: de dames aan de ene kant, de mannen aan de andere. Ook de voetbalwedstrijden van Oranje werden op de tv van de familie Algera bekeken.
Nog een ander verschil met tegenwoordig: in de klas mocht gerookt worden. Ook op rapportvergaderingen. Naast de heer Algera, die alle vergaderingen leidde, stond een stapel pakjes sigaretten van de meest gangbare merken, zelfs een doos sigaren. En wij als docenten maar wachten tot die stapel rondging! Binnen een kwartier stond de docentenkamer blauw van de rook.
In 1973 werd ik tot lid van de schoolleiding gekozen. In die tijd kon het personeel dat nog. Ik bleef lange tijd ook nog lesgeven, zoals alle directieleden dat deden. In mijn portefeuille zat “onderwijs”. Dat betekende o.a. veel overleg met de secties om gezamenlijk het onderwijs beleid te bepalen en uit te voeren. Na de fusie met de chr mavo Maarsdreef en weer later met de chr mavo in Veendam en Winschoten werd dit soort overleg frequenter. Ik vond het leuk werk, maar het lesgeven gaf mij meer voldoening
In 2000 kon ik gebruik maken van een bepaalde regeling om met vervroegd pensioen te gaan. Ik heb dit gedaan, omdat er naast het werk voor school ook andere minstens zo leuke dingen te doen waren en nog steeds zijn.
Karl Rosman