Een ei dat ben jij
“Wie moet dit voorstellen?” vroeg ik aan Anco, mijn TOA. “Dat ben ik,” zei Anco. Er hing een ei aan de wand. Hij had er gaatjes ingeprikt en uitgeblazen. Toen tekende hij er een gezicht op. Ik vroeg hem of ik ook op een ei moest tekenen. “Dan moet je wel zelf eieren halen bij de Jumbo.” Ik had biologie dat uur. “Is goed,” zei ik. “Alleen ik heb nu biologie dus hoe moet ik dat doen?” “Ik ga wel naar je leraar en zeg dat je iets voor me moet doen.” Anco liep naar mijn leraar toe en zei dat ik iets voor hem moest doen en niet de les kon volgen. Mijn leraar vond dit goed en ik ging naar de Jumbo toe. Ik haalde een doos eieren op en ging hiermee weer terug naar school. Ik gaf de doos met eieren aan Anco en hij pakte er een ei uit waar hij twee gaatjes in prikte. Een aan de bovenkant en een aan de onderkant. Hij blies het ei uit en gaf hem aan mij. Ik tekende Zbyszek, ook een van mijn TOA’s. Daarna ging ik nog op een andere ei tekenen. Op deze manier hoefde ik niet naar mijn biologie les. Ik was bijna elke woensdag, tijdens mijn blokuur biologie, bij Anco en Zbyszek.
Af en toe ga ik nog even bij ze langs op de sciencefloor, aangezien ik geen scheikunde of natuurkunde meer heb en ik daar nooit meer les heb. Ik vind Anco en Zbyszek de leukste twee leraren op deze school en heb veel lol met ze beleefd. Ze zijn niet zulke serieuze leraren en dat is erg fijn want dan krijg je ook een betere band met ze. Ik hoop voor de toekomstige leerlingen dat ze Anco en Zbyszek ook leren kennen en er les van krijgen.
Celine Bultstra