Creativiteit is onze belangrijkste grondstof
Laat verf in plaats van bloed vloeien
Het was 7 januari 2015. Ik was op weg naar school. Boven mijn hoofd pakten wolken samen, alsof ze elkaar wilden troosten. Zachtjes vielen de eerste tranen. Dit was de dag van de aanslag op de westerse cultuur.
Ik keek die avond naar het nieuws met een kop thee op schoot. Op die mok stond 'We buigen niet voor geweld, we vechten terug met vrede'.
Op het satirische dagblad Charlie Hebdo was een aanlag gepleegd. De uitgave waar het om ging lag stilletjes op onze koffietafel naast een bos bloemen. Mijn handen begonnen onbedaarlijk te trillen. De gloeiend hete thee klotste over mijn handen. Ik merkte het niet eens.
Hoe hypocriet het ook mag klinken: ik was voor het eerst bang voor geweld. Ik had al de ellende buiten Europa gevolgd en meegeleefd met deze mensen, maar altijd geweten dat er duizenden kilometers tussen ons was geweest. Nu was het hier.
De mogelijkheid om je op een creatieve manier je mening te uiten, heb ik altijd gezien als een fundamenteel element in onze samenleving. Maar nu gingen mijn schetsboek, dromen en hoop in vlammen van angst op. Werd ik geacht bang te zijn? Of juist niet?
Op school werd over de aanslag gepraat met mentoren, docenten en leerlingen. Wat betekende dit voor ons? Wat vinden we hiervan? Waarom is het dit keer anders dan anders? We hadden handvaardigheid, maar het was anders dan normaal. Gedurende de les begon het me opnieuw te dagen; mijn stem, vertolkt door tekeningen, betekent iets. Ik kon iets veranderen, een verschil maken. Velen zullen 7 januari 2015 als een zwarte bladzijde in onze geschiedenis zien. Maar onthoud, creativiteit is onze belangrijkste grondstof waarmee we kleur in de wereld kunnen brengen.
Eenmaal thuisgekomen begon ik te schilderen. Ik schilderde met hoop, geluk en vrijheid. Vrijheid is een kunstwerk. En mijn angst? Mijn angst spoelde ik met het vieze verfwater door de gootsteen.
Joyce Tunnissen